Ingrediënten
- 250 gram gepelde pinda’s
- 100 gram gulah djawa (palmsuiker)
- 1/8 theelepel zout
- 1 theelepel azijn
Voorbereiding
Gepelde pinda’s in een koekenpan op klein vuur zonder olie roerbakken tot de pinda’s gaar, maar nog wit zijn (proeven).
Geroosterde pinda’s gelijkmatig op een bakblik spreiden tot een dichte laag van 1 pindahoogte en laten afkoelen.
Bereiding
Palmsuiker, zout en azijn op klein vuur met vlamverdeler verhitten tot de palmsuiker vloeibaar en stroperig wordt.
Gelijkmatig over de pinda’s verdelen en met een platte schep de samenhangende laag pinda’s dubbelvouwen, zodat er twee lagen pinda’s tegen elkaar geplakt zijn. De pindakoek in kleine rechthoekjes van 4×5 cm snijden en laten afkoelen.
Gewikkeld in plastic folie en bewaard in een luchtdichte pot blijft de koek nog een week lekker knapperig.